DE FUNCTIES VAN DE DARM

DE FUNCTIE VAN DE DUNNE DARM

Bekijk eerst volgend filmpje over de functies van de darm. Klik in het filmpje op dunne darm. Ga erna met het pijltje terug om de blog niet te verlaten.

KLIK HIER

De enorme oppervlakte van de dunne darm zorgt voor de grote opnamecapaciteit van voedingsstoffen.

In de twaalfvingerige darm wordt het voedsel vermengd met:
  • spijsverteringssappen, die zijn aangemaakt door de alvleesklier;
  • galvloeistof, die wordt aangemaakt door de lever.
De belangrijkste spijsverteringsenzymen uit alvleeskliersap zijn:
  • amylase: voor de vertering van suikers;
  • lipase: voor de vertering van vetten;
  • protease: voor de vertering van eiwitten.


De alvleesklier heeft 2 verschillende functies:

  • productie van amylase, lipase en protease;
  • productie van insuline en glucagon, die zorgen voor het evenwicht van het bloedsuikergehalte (zie later in het hoofdstuk diabetes).

De lever produceert galvloeistof, die vaak ook kortweg ‘gal’ wordt genoemd.
Via de galwegen komt het terecht in de galblaas. Als vet eten in de dunne darm komt, trekt de galblaas samen. Galvloeistof is belangrijk voor de vertering van vetten.


Nadat pancreassap en gal op de voedselbrij hebben ingewerkt, vindt de eindvertering plaats in de nuchtere darm en de kronkeldarm door enzymen die in het darmsap zitten. Dit zijn:
  • Disacharidasen, die de disachariden in monosachariden splitsen.
  • Dipeptidase, die kleine polypeptiden en dipeptiden in aminozuren splitst.
  • Lipase, die de resterende vetten omzet in glycerol en vetzuren.

Met zijn dubbele spierlaag kneedt de dunne darm het voedsel, waardoor het goed mengt met de verteringssappen en de galvloeistof. Op deze manier stuwt je darm de voedselbrij ook voort in de richting van de dikke darm (peristaltische bewegingen).
Voedsel verblijft ongeveer vier tot acht uur in de dunne darm. Het voedsel wat onverteerbaar is en dus overblijft, komt in de dikke darm terecht.



DE FUNCTIE VAN DE DIKKE DARM

Als de voedselbrij vanuit de dunne darm, in de dikke darm terecht komt, is het een waterdunne massa van onverteerbare voedselresten.

In de dikke darm worden water en zouten aan deze dunne massa onttrokken, en aan het bloed afgegeven. De vaste en vloeibare delen worden gescheiden.
In de dikke darm wordt ontlasting dus ingedikt tot een soepele brij.

Bekijk volgend filmfragment over de dikke darm.
Ga erna met het pijltje terug om de blog niet te verlaten.

KLIK HIER

Je DARMFLORA heeft veel invloed op je gezondheid.

Je darmflora heb je niet alleen nodig voor je spijsvertering, maar ook voor je immuunsysteem.

Darmflora is de verzamelnaam voor zowel de miljarden goede als de ook altijd aanwezige slechte bacteriën die met elkaar samenleven.


Bij een gezonde darmflora zijn de nuttige en schadelijke darmbacteriën met elkaar in evenwicht.


Als de darmflora verstoord raakt, krijgen de schadelijke bacteriën de kans om zich te
vermenigvuldigen. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer nuttige bacteriën gedood worden door een antibioticakuur. Hierdoor kunnen klachten ontstaan, zoals diarree.

In de dikke darm worden de onverteerbare voedselresten bewerkt door de darmbacteriën.




Bij dit verwerkingsproces komen stoffen vrij die de bewegingen van de dikke darm stimuleren. Daarnaast ontstaan er ook gassen, waardoor je last kan hebben van winderigheid.
 
 
DE FUNCTIE VAN DE ENDELDARM EN DE ANUS

In de endeldarm wordt ontlasting tijdelijk opgeslagen. Als de endeldarm vol is, gaat er een seintje naar de hersenen. Hierdoor krijgen we het gevoel van aandrang. Het is belangrijk om naar het toilet te gaan zodra je aandrang voelt. Door aandrang te negeren, blijft ontlasting langer dan noodzakelijk in de dikke darm. Dit kan klachten veroorzaken.
Normaal gesproken duurt het ongeveer 24 uur voordat de ontlasting de hele weg door de dikke darm heeft afgelegd.


De endeldarm wordt afgesloten door de anus.
De anus bestaat uit 2 krachtige kringspieren: de binnenste en de buitenste kringspier. Samen vormen ze een krachtige poort, die de endeldarm kan openen of sluiten. De anus heeft 2 functies:
  • ontlasting en gas naar buiten laten;
  • voorkomen dat bacteriën en schimmels de endeldarm binnen komen en infecties veroorzaken.
Wij kunnen zelf beslissen wanneer we de anus openen en sluiten. Dit komt doordat we invloed hebben op de buitenste kringspier. Als we de buitenste kringspier ontspannen, volgt ontlasting. Door de buitenste kringspier aan te spannen, houden we ontlasting juist op.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten